Ongeveer 100 hectare aan wijngaarden in het gebied rond Merano vormen het DOC-productiegebied "Südtirol Meraner”. De “Meraner“ wordt uitsluitend gemaakt van vernatsch-druiven uit deze wijngebieden.
De hoge toppen van de Ötztaler Alpen beschermen Merano/Meran en het Vinschgau tegen koude wind. Het feit dat het dal zich naar het zuiden opent zorgt ervoor dat de voordelen van mediterrane invloeden tot ver in het noorden doordringen. Voldoende neerslag, hoge temperatuurschommelingen tussen dag en nacht en de verscheidenheid aan bodemgesteldheid in de verschillende lagen brengen hier een hoge kwaliteit druiven en een breed scala aan aroma's voort. Het relatief milde klimaat en de lichte tot middelzware zandgronden in Merano en omgeving bieden perfecte omstandigheden voor de Zuid-Tiroolse wijn.
De stad is de facto omringd door wijngaarden. De wijnbouw in de stad Merano strekt zich uit langs de beroemde Tappeinerweg (lagrein, vernatsch, merlot) in het westen tot de Zenoberg (pinot noir, vernatsch) en verder naar het oosten via Labers (sauvignon, gewürztraminer) tot de heuvel van Freiberg en Katzenstein (merlot, cabernet). In het stedelijke gebied van het Meraner-bekken gedijen vooral vernatsch en merlot erg goed.
Merano en omgeving met de plaatsen Lagundo/Algund, Marlengo/Marling, Tirolo/Dorf Tirol, Scena/Schenna, Rifiano/Riffian, Caines/Kuens, Lana en Cermes/Tscherms biedt in totaal 393 hectare teeltgrond op een hoogte van 300 tot 800 meter.